
Gebiedsgerichte handhaving
De dijkgraaf onderstreept opnieuw dat mestfraude een aandeel heeft in de slechte waterkwaliteit. Want ondanks scherpere mestregels en ecologische maatregelen verbeterde die de afgelopen jaren niet of nauwelijks. Hij is groot voorstander van een systeem van objectieve metingen, om zo de effecten van het uitrijden van mest op de waterkwaliteit in de hand te houden. Hij pleit voor gebiedsgerichte handhaving op basis van Europese normen. Daarmee zou per watergang – sloot of slootjes – kunnen worden bepaald wat boeren maximaal aan mest mogen uitrijden.
Waterschappen, gemeenten, provincies en boerenorganisaties zijn al over zo'n systeem in gesprek. "Het zal tijd kosten om zo’n meetsysteem landelijk in te voeren. Uitbreiding van de handhaving is echter nu al nodig, zeker nu we steeds meer zicht krijgen op de omvang van mestfraude en het effect ervan op het water. De minister is nu aan zet."
Zienswijze
De ingediende Zienswijze op het ontwerp Zesde Actieprogramma Nitraatrichtlijn die door het waterschap verstuurd is aan de directie Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit sluit af met de volgende uitnodiging: "Wij zijn van mening dat hierover bestuurlijk vooroverleg tussen de bewindspersoon en de betrokken overheidslagen (provincies en waterschappen) dient plaats te vinden. Bij het voorstel voor de grondwaterbeschermingsgebieden is dit gebeurd. De maatregel 'bufferstroken' en mogelijke inzet daarbij van regionale overheden loopt vooruit op het eerdergenoemde proces van de Delta-aanpak en op onderzoek naar inzet van het juridisch instrumentarium voor de Kaderrichtlijn Water (vervolg Bastmeijer-rapport). Wij nodigen u uit het bestuurlijk gesprek hierover alsnog aan te gaan."
![]() |
![]() |