Vandaag 'Populieren Plantdag' in Schijndel: 250 nieuwe populieren voor 't Spierkesbos
Gepubliceerd: maandag 21 maart 2016 07:08
Schijndel – Eerder informeerde Het Natuur en Milieu Centrum Schijndel al over dit initiatief en deed de Brabantse Populieren Vereniging een oproep aan ondernemers om populieren te sponsoren. Op de Populieren Plantdag vanmorgen maandag 21 maart gaan leerlingen van groep 6 van basisscholen 't Kwekkeveld en de Vossenberg maar liefst 250 populieren aanplanten om de achteruitgang van het Brabantse populieren landschap te stoppen en nieuw leven in te blazen. Plaats van handeling vandaag is hotel de Weidonk en het Spierkesbos in Schijndel. De kinderen krijgen uitleg over de rijke cultuurhistorie van het Brabantse populierenlandschap en steken samen met wethouder Bart Claassen de handen uit de mouwen. Als herinnering aan deze feestelijke dag onthult de wethouder tijdens de Populieren Plantdag een plaquette.
Populierenlandschap verloedert De laatste decennia verloedert het unieke populierenlandschap gestaag. Bomen worden slecht onderhouden, het hout levert weinig op vanwege het slechte onderhoud en bomen vallen van lieverlee van pure armoede om. Je moet er niet aan denken dat die lange rijen populieren in het Wijboschbroek, waar eeuwenlang populieren zijn geteeld voor de klompenindustrie, gaan verdwijnen. Daarom heeft men in augustus 2015 met 5 particuliere eigenaren een collectieve populierenoogst in Schijndel georganiseerd. Kijkt u het interview in 2015 van TVSchijndel met Frans van Boekel van de Brabantse Populieren Vereniging hierover nog eens terug. Dankzij de samenwerking ontvingen de deelnemers een hogere houtprijs en werden kosten bespaard. Door deelnemers te verplichten nieuwe populieren te planten, ontstond in één klap een verjonging van het populierenlandschap.
Initiatief Populieren Plantdag De Populieren Plantdag is ontstaan op initiatief van de Brabantse Populieren Vereniging (BPV), in nauwe samenwerking met gemeente Schijndel, Stichting Nationale Boomfeestdag, Bosgroep Zuid Nederland en met financiële ondersteuning van het Prins Bernhard Cultuurfonds.